Boek over Nederlandse voetballers in Italië
Uitgeverij Just Publishers
€ 12,50
incl. btw excl. verzendkosten
Gratis verzending naar de volgende landen: Meer tonen Laat minder zien
Eind jaren veertig is Faas Wilkes de eerste Nederlander die in Italië gaat voetballen. In een tijd dat buitenlandse reizen voor weinigen zijn weggelegd, wordt hij nagevolgd door minder bekende
landgenoten zoals Andre Roosenburg, Karel Voogt en Wim Lakenberg.
Wanneer de Italiaanse voetbalbond in 1980 de grenzen voor het eerst sinds 1966 weer opent voor buitenlandse voetballers, wordt Michel van de Korput ingelijfd door Torino en strijkt wereldster
Ruud Krol neer in Napels. Ze zijn al heel wat meer gewend dan de generatie Wilkes, maar komen desondanks terecht in een wereld waarin niemand Engels spreekt, contact met Nederland sporadisch is
en zij vooral buiten het blikveld van de Nederlandse fans hun wedstrijden spelen. Ze blijven buitenstaanders.
In 1987 investeert Milan-voorzitter Silvio Berlusconi in het meest gewilde duo van Europa: Ruud Gullit en Marco van Basten. Maar het is Frank Rijkaard die als eerste, zij het nog als gastspeler,
het rood-zwarte shirt mag aantrekken. In Nederland blijft men uitstekend op de hoogte van hun successen. De verrichtingen van het trio zijn wekelijks te volgen via samenvattingen van Studio
Sport. AC Milan wordt in die jaren een beetje van 'ons'.
Wanneer Wesley Sneijder jaren later aantreedt voor Internazionale zijn voetballers wereldburgers. Ze maken hun volgende tussenstop voor de club die hen het meest betaalt. Dankzij internet en
voordelig vliegen bestaan afstanden niet meer. Landgenoten kunnen Sneijder via betaalzenders live volgen. Een weekendje Milaan is 'snel geboekt' voor een live ervaring.
Forza Olandesi gaat over de avonturen van de Nederlandse voetballers in Italië. De Italiaanse manier van leven, eten en voetballen heeft geen enkele international uit het koude kikkerlandje
onberoerd gelaten.